Debugging
Debugging is een essentieel onderdeel van Java-ontwikkeling, dat ontwikkelaars helpt om problemen efficiënt te identificeren en op te lossen. Deze gids legt uit hoe je debugging kunt configureren in webforJ voor Visual Studio Code, IntelliJ IDEA en Eclipse.
- Visual Studio Code
- IntelliJ IDEA
- Eclipse
- Open je webforJ-project in VS Code.
- Druk op Ctrl + Shift + D (of Cmd + Shift + D op Mac) om het Run en Debug-paneel te openen.
- Klik op "create a launch.json file"
- Selecteer Java als de omgeving.
- Wijzig
launch.json
zodat het overeenkomt met het volgende:
launch.json
{
"version": "0.2.0",
"configurations": [
{
"type": "java",
"name": "Attach to Jetty",
"request": "attach",
"hostName": "localhost",
"port": 8000
}
]
}
- Sla het bestand op en klik op Start Debugging.
- Open je project in IntelliJ IDEA.
- Navigeer naar Run → Edit Configurations.
- Klik op de + knop en selecteer Remote JVM Debug.
- Stel de host in op
localhost
en de poort op8000
. - Sla de configuratie op en klik op Debug om te verbinden met de draaiende app.
- Open je project in Eclipse.
- Ga naar Run → Edit Configurations.
- Selecteer Remote Java Application.
- Klik op New Configuration en stel in:
- Host:
localhost
- Poort:
8000
- Host:
- Sla op en start de debugger.
Running the debugger
Zodra je je IDE hebt geconfigureerd:
- Start je webforJ-app met
mvnDebug jetty:run
. - Voer de debugconfiguratie in je IDE uit.
- Stel breakpoints in en begin met debuggen.
Debugging Tips
- Zorg ervoor dat poort 8000 beschikbaar is en niet wordt geblokkeerd door een firewall.
- Als je een van de webforJ-archetypes gebruikt en het poortnummer in het pom.xml-bestand hebt gewijzigd, zorg er dan voor dat de poort die voor debugging wordt gebruikt overeenkomt met de bijgewerkte waarde.